In Brabant doen ruim 400 melkveehouders mee met de Brabantse Biodiversiteitsmonitor (BBM). De BBM omvat 13 indicatoren (de KPI’s) die een relatie hebben met een of meer duurzaamheidsaspecten, waarop de melkveebedrijven punten kunnen scoren. CLM Onderzoek en Advies heeft de relatie tussen de KPI’s en de waterkwaliteit onderzocht, om inzichtelijk te maken wat de BBM bijdraagt aan het behalen van waterkwaliteitsdoelen. Verschillende KPI’s hebben een duidelijke relatie met (aspecten van) de waterkwaliteit, zoals het stikstof- en fosfaatbodemoverschot, de KPI over het gebruik vangewasbeschermingsmiddelen en de KPI’s natuurbeheerland en groenblauwe dooradering.
Een belangrijke conclusie is dat de Brabantse Biodiversiteitsmonitor een geschikt instrument is om stappen te zetten in verbetering van de waterkwaliteit, vooral voor de opgaven voor stikstof en gewasbeschermingsmiddelen. Dit vereist wel dat deelnemende melkveehouders ook daadwerkelijk in de tijd beter gaan scoren op deze KPI’s. Uit de studie blijkt echter ook dat stimulansen zoals de BBM niet voldoende zullen zijn om alle doelen voor grond- en oppervlaktewater te realiseren. Dit vraagt om een breder instrumentarium van o.a. bestaande regelgeving en andere vormen van doelsturing, met ook aandacht voor borging en handhaving.
In het rapport staat voor elke KPI weergegeven wat de relatie is met het beperken van de emissies van stikstof, fosfaat en/of gewasbeschermingsmiddelen en met het goed beheren van sloot en slootkanten.