Afrekenbare stoffenbalans
22 april 2022

Het vrijdenkersspoor

CLM rapport 1089: Afrekenbare stoffenbalans, het vrijdenkersspoor

Een verkenning van alternatieve systemen ter invulling van een doelgericht en individueel afrekenbaar instrument voor melkveebedrijven ten behoeve van het mest-, stikstof en klimaatbeleid.

Doelsturing in plaats van middelvoorschriften?
Vanuit de landbouw en de Tweede Kamer is er de wens om middelvoorschriften los te laten en over te gaan op doelsturing. Doel van dit onderzoek is het verkennen van alternatieve systemen ter invulling van een doelgericht en individueel afrekenbaar instrument voor melkveebedrijven, ten behoeve van het stikstof-, mest- en klimaatbeleid. In deze verkenning ligt de focus op out-of-the-box-oplossingen.

Werkwijze
In deze verkenning naar alternatieve systemen zijn ‘vrijdenkers’ geïnterviewd en twee brainstormsessies georganiseerd. Daarbij is ook de ervaring met mest- en milieubeleid van CLM-experts benut.
Een longlist van ideeën is samengesteld en daaruit zijn de zes meest kansrijke ideeën voor een innovatief en integraal werkend instrument nader uitgewerkt. De overige ideeën zijn op hoofdlijnen beschreven. De instrumenten zijn beoordeeld op de bijdrage aan stikstof-, mest- en klimaatdoelen, en nauwkeurigheid, handhaafbaarheid, borgbaarheid, juridische houdbaarheid, sturingsmogelijkheid, beschikbaarheid van data en fraudegevoeligheid.

Combinatie van instrumenten
Er zijn in deze studie geen concrete instrumenten ten behoeve van een Afrekenbare Stoffenbalans in beeld gekomen die de thema’s stikstof, mest en klimaat in de volle breedte (dus inclusief de onder deze thema’s vallende emissies naar lucht, water en bodem) goed in beeld brengen. Er zijn wel instrumenten en indicatoren onderzocht die elkaar kunnen versterken en - in combinatie - voor een geschikt instrumentarium kunnen zorgen. Het verdient een nadere verkenning, of met een combinatie van een eenvoudige mineralenbalans, ureumgehalte in de melk en grond-gebondenheid een Afrekenbare Stoffenbalans kan worden gerealiseerd. Met deze combinatie kan worden gestuurd op doelen voor stikstof, mest en (deels) klimaat. Het stikstofoverschot is de som van met name de ammoniak-, nitraat- en lachgasemissie. Door de combinatie met het ureumgehalte wordt specifiek gestuurd op ammoniakemissie. Maar het is geen volledig integraal doelgericht instrument, omdat klimaatdoelen deels buiten beeld blijven en op slechts een deel van de ammoniakemissie wordt gestuurd.

Een combinatie met grondgebondenheid kan dit een nog kansrijker instrument maken. Bedrijven, die (bijna) alle mest op eigen grond kunnen aanwenden, zouden zich met een eenvoudige mineralenbalans en het ureumgehalte in de tankmelk doelgericht kunnen verwantwoorden. Sturing vindt plaats met een heffing voor iedere kilogram stikstof per hectare boven en/of voor een ureumgehalte boven bepaalde waarden (norm). Zeer extensieve bedrijven (met een mestproductie tot 170 kg stikstof per ha) zouden kunnen worden vrijgesteld van deze regelgeving.

In gesprek met de sector
De wens om te komen tot één doelgericht, individueel afrekenbaar instrument komt voort uit de sector. Uit deze studie blijkt dat het niet eenvoudig zal zijn om tot zo’n instrument te komen en dat het uiteindelijk zal leiden tot nieuwe regelgeving en instrumenten aanvullend op de bestaande. Omdat hiervoor weinig draagvlak mag worden verwacht, bevelen we aan om met sectororganisaties en individuele melkveehouders het gesprek aan te gaan over de uitkomsten van deze studie. Daarbij is het goed hen ook te bevragen op: Wat zijn belangrijke kenmerken van een doelgericht instrument? Hoe ‘bedrijfsspecifiek’ en ‘robuust’ moet het zijn? Welke ‘administratieve last’ is acceptabel? Is ‘afrekenen op doelen’ echt belangrijk of gaat het veel meer om ‘keuzevrijheid’? Voor beantwoording van deze en andere vragen dient de overheid over de uitkomsten van deze studie met melkveehouders en sectororganisaties te spreken.

Download de bijbehorende rapportage
Download pdf