Focus lag met name op energiegebruik op bedrijfsniveau
- Home
-
CLM
-
Over onsMissiegedreven adviesbureau
-
AdviseursBieden houvast en handelingsperspectief
-
OrganisatieAandeelhouders en toezicht
-
Werken bijVacatures & Stages
-
-
Advies
-
OnderzoekenPraktijkgericht onderzoek
-
OntwikkelenIdeeën en oplossingen
-
MonitorenMeetbaarheid resultaten
-
OpdrachtgeversPositieve impact vergroten
-
Initiatieven & PartnersBruggen bouwen
-
-
Impact
-
ImpactdomeinenWerkvelden
-
Impactmonitor40 jaar impact
-
Nieuws & PublicatiesLaatste ontwikkelingen
-
CasesVoorbeelden uit de praktijk
-
-
Contact
-
AdviesVraag het ons!
-
SamenwerkenSamen = meer impact
-
PersWij informeren je graag!
-
- 📢 Podcast Red de Lente!
Begin jaren ’90 rekende CLM al aan broeikasgasemissies in de land- en tuinbouwsector. Om de emissies op een individueel bedrijf zichtbaar te maken, ontwikkelde CLM meetlatten voor de belangrijkste broeikasgassen. Deze meetlatten geven boeren inzicht in hun emissies en stimuleren tot het nemen van emissiereducerende maatregelen.
(rapport 87 e.a.)
Voor de veehouderijtakken melkvee, varkens en pluimvee ontwikkelde CLM een registratiesysteem voor het energieverbruik en de broeikasgasemissies op het individuele bedrijf. Dit biedt veehouders inzicht in hun verbruik en emissies en handvatten voor het verminderen hiervan.
(rapport 160)
Biomassa kan een alternatief zijn voor fossiele brandstof. CLM onderzocht de ecologische duurzaamheid van de teelt en het gebruik van 9 energiegewassen. Wintertarwe scoorde daarbij het meest positief, suikerbieten juist negatief. De resultaten van dit onderzoek helpen beleidsmakers bij het vraagstuk of het uit het oogpunt van duurzaamheid zinvol is energie uit biomassa te stimuleren.
(rapport 156)
Mestvergisting biedt onder andere kansen voor de productie van duurzame energie en de reductie van broeikasgasemissie. Na mislukte vergistingsinitiatieven in de jaren ’80 heeft CLM zich vanaf 2003 ingezet voor de herintroductie van mestvergisting op agro-innovatiecentrum De Marke. Dit werd succesvol gerealiseerd en stond aan de basis van meerdere vervolgonderzoeken naar de mogelijkheden en voordelen van mestvergisting.
Zie https://edepot.wur.nl/33208
In de melkveehouderij blijkt een besparing van 25 tot wel 75% haalbaar. Dit versterkt de positie van een veehouder. Enerzijds door lagere kosten, maar ook door het inspelen op belangrijke milieu- en maatschappelijke vraagstukken. CLM biedt boeren hier praktische handvatten voor, bijvoorbeeld de brochure ‘Energie besparen in de stal’. Hierin worden energiereducerende maatregelen van veelgebruikte apparatuur in de melkveestal besproken.
Voor de provincies Noord-Brabant, Utrecht, Drenthe, Groningen, Friesland en Zeeland is de bijdrage van de landbouw aan broeikasgasemissies onderzocht. Ook zijn de belangrijkste reductieopties in beeld gebracht. Deze projecten hebben agrarische ondernemers betrokken bij de ontwikkeling van een klimaatvriendelijkere productiewijze. In 2016 is dit voor zes provincies opnieuw in beeld gebracht.
(rapporten 655, 659, 686, 691, 709, 749)
CLM bracht de broeikasgasemissies van diverse sectoren in de Nederlandse land- en tuinbouw in beeld. Daarnaast zijn de verwachte emissies voor 2020 berekend, zowel bij een autonome ontwikkeling als bij een actief klimaatbeleid vanuit de overheid. De effecten van een groot scala aan maatregelen zijn daarbij doorgerekend. In aanvulling op de IPCC-methodiek is een eigen rekenmodule van CLM gebruikt, waarin indirecte emissies ook meegenomen worden. Daarmee ontstond een completer beeld van de mogelijke effecten.
(rapport 673)
CLM heeft, in samenwerking met SMK en Blonk Milieu Advies, een klimaatmodule opgesteld voor in het Milieukeurschema Plantaardige Producten. Deze klimaatmodule omvat een pakket aan (teelt)maatregelen om de broeikasgasemissies van open teelten te verlagen. De maatregelen zijn, naast emissiereductie, geselecteerd op praktische uitvoerbaarheid en een kosten/baten analyse. Zo is gekomen tot een set die telers handvatten biedt om tot een kosteneffectieve reductie van broeikasgasemissies in de open teelten te komen.
(rapport 694)
Klimaatadaptatie is van groot belang om onder de veranderende weersomstandigheden voedsel te kunnen blijven produceren. Onderzoek en praktijk gaan echter niet altijd hand in hand. CLM sprak hierover met diverse akkerbouwers. Dit resulteerde onder andere in een praktische brochure met wat akkerbouwers kunnen verwachten en doen om hun bedrijf voldoende aan te passen aan de klimaatverandering.
In 2008 en 2009 organiseerde CLM workshops voor boeren over het klimaat. Het doel was bewustwording creëren en handvatten bieden om broeikasgasemissies te verminderen.
Zowel het produceren als het consumeren van voedsel hebben een impact op het milieu. Om de invloed van eten op het klimaat te kwantificeren heeft CLM in samenwerking met het Voedingscentrum de Klimaatweegschaal ontwikkeld. Consumenten kunnen via deze internettool zelf de relatieve milieu-impact van hun maaltijden toetsen. De tool geeft de consument handvatten om de klimaatimpact van zijn of haar maaltijden te verminderen.
Zie: https://www.voedingnu.nl/artikelen/klimaatweegschaal-de-invloed-van-voedsel-op-het-klimaat
CLM heeft een onderzoek uitgevoerd naar kennis en bewustwording rond energie en klimaat in de landbouw. In 2012, 2015, 2018 en 2020 zijn enquêtes gehouden onder agrarische ondernemers. Hieruit bleek dat CO2 uitstoot door energiegebruik en brandstof veel aandacht kreeg. Voor uitstoot van overige broeikasgassen als methaan gold dit minder. Een belangrijke voorwaarde om maatregelen te nemen bleek dat het financieel uit moet kunnen en er voldoende geld moet zijn om te kunnen investeren. Zonne-energie is daardoor een populaire maatregel.
Zie https://www.clm.nl/nieuws/klimaat-en-energie-in-beeld-bij-de-agrosector/
De productie van vlees brengt emissie van broeikasgassen en energieverbruik met zich mee. CLM voerde in het kader van het EU-onderzoeksproject Glamur een levenscyclusanalyse (LCA) naar de milieu-impact van drie ketens in de varkenssector uit. Deze analyse heeft bijgedragen aan het verzamelen en ontwikkelen van kennis over de impact van voedselketens en de mogelijkheden om deze ketens te verduurzamen. De LCA liet zien dat varkensvlees geproduceerd met lokaal geteeld veevoer en reststromen uit de regio stukken beter scoort dan de gangbare varkensvleesproductie. Dit is vooral te danken aan de kortere transportafstanden. Het succes van dit soort duurzamere concepten wordt voor een groot deel bepaald door de bereidheid van de markt om hiervoor te betalen. Dit onderzoek werd onder andere gepubliceerd in het blad Vork in september 2015.
Nederland maakt sinds enkele jaren lange periodes van droogte door. Dit leidt tot lagere opbrengsten in de landbouw en verdere verzilting, zeker in gebieden als Zeeland. CLM combineerde ervaringen uit Zuid-Europa en Zeeland. Dit resulteerde in handvatten voor Nederlandse telers om beter bestand kunnen worden tegen de gevolgen van klimaatverandering. Waterbesparing, bodembeheer en wateropslag vormen de kern van de Zuid-Europese aanpak.
(rapport 1028).
Methaanemissie uit de melkveehouderij draagt in belangrijke mate bij aan de Nederlandse broeikasgasemissie. CLM en Wageningen Livestock Research hebben in de periode van oktober 2018 – februari 2020 jaarrond continue metingen van methaan, ammoniak en lachgas uitgevoerd op 18 melkveebedrijven. De verzamelde data helpen werkbare emissiereductiemaatregelen te bepalen en zo veehouders passende oplossingen te bieden om hun bedrijf rendabel en toekomstgericht te kunnen aanpassen.
Rapporten:
Koolstofopslag in landbouwbodems kan een bijdrage leveren aan vermindering van klimaatverandering. Daarnaast kan het mogelijk een nieuw verdienmodel voor de landbouw worden. CLM ontwikkelde, in samenwerking met het Louis Bolk Instituut en Wageningen Environmental Research, een methodiek voor certificering van de koolstofopslag in minerale bodems met blijvend grasland: het ‘methodedocument Blijvend Grasland’. Boeren kunnen certificaten verdienen door gedurende 10 jaar te werken aan koolstofopbouw in hun graspercelen. Deze certificaten kunnen verkocht worden aan partijen die in deze vrijwillige koolstofmarkt willen investeren. Zo kan vastlegging van bodemkoolstof een onderdeel van het verdienmodel van het boerenbedrijf worden.
Zie: www.slimlandgebruik.nl
Bodemkoolstof en (specifiek) methaan zijn belangrijke thema’s. Binnen beleid meer aandacht voor integrale aanpak (stikstof en klimaat).
Vlas en hennep lijken een beperkte ecologische voetafdruk te hebben en onder andere via CO2-vastlegging bij te kunnen dragen aan de duurzaamheidsdoelen vanuit Europa. CLM heeft dit onderzocht en vond onder andere dat de emissie van broeikasgassen en de milieubelasting van water en bodem in de teelt van vlas en hennep beduidend lager is dan in wintertarwe en consumptieaardappelen. Vezel en hennep dragen daarnaast bij aan langjarige vastlegging van CO2, doordat de vezels en houtige delen worden gebruikt voor textiel en bouwmaterialen. Deze resultaten kunnen beleidsmakers en politici ondersteunen bij het opstellen en uitwerken van het landbouwbeleid van de EU.
(rapport 1020)
CLM ontwikkelde een matrix waarin van 18 verduurzamingsmaatregelen wordt aangegeven hoe ze scoren op 15 duurzaamheidsthema’s. Dit integrale overzicht levert een basis voor een eerste selectie aan maatregelen, met meer kansen op een no-regret beleid en synergie. Het biedt daarmee handvatten aan overheden, waterschappen, partijen in de agrosector en maatschappelijke organisaties.
(rapport 1038)