De regionale context van sturen op kringlooplandbouwdoelen in Flevoland
14 december 2023

Kritische en Praktische Inzichten over de toepasbaarheid van KPI-K in de akkerbouw

Dit rapport beschrijft de resultaten van een voorverkenning in de pilot ‘kritische prestatie indicatoren (KPI’s) voor de Flevolandse akkerbouw’. KPI’szijn betrouwbare en eenvoudig meetbare indicatoren die een duidelijkerelatie hebben met verschillende maatschappelijke doelen. Landelijk wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een set KPI’s voor de doelen van kringlooplandbouw: KPI-K. De KPI-K set moet in de eerste plaats inzicht en sturing bieden voor de ondernemer, maar ook een basis bieden voor een beloningssystematiek.

Passend voor agrarisch Flevoland
Om de KPI-K systematiek te laten landen op het boerenerf, is het essentieel dat er draagvlak voor bestaat onder agrariërs. Hiervoor is het noodzakelijk dat de systematiek goed passend is bij de lokale context en dat referentiewaarden, bijvoorbeeld drempel- en streefwaardes, gespecificeerd zijn op regionaal niveau. De KPI-K set moet dus recht doen aan de opgaves waar provincie Flevoland voor staat én aan de uitdagingen die ondernemers ervaren, als zij willen bijdragen aan maatschappelijk doelen. Zodoende heeft provincie Flevoland in samenwerking met Boerennatuur Flevoland aan CLM Onderzoek en Advies verzocht een voorverkenning uit te voeren: hoe ziet de regionale context in Flevoland eruit, op het gebied van de doelen klimaat, bodem, water en plantgezondheid? En wat is nodig om de KPI-K set passend te maken in deze context?

Opzet rapportage
In dit rapport schetsen we het landelijke kader, de provinciale opgaves en uitdagingen op het boerenerf, op elk van de thema’s klimaat, bodem, water en plantgezondheid (dit geheel noemen we de ‘Flevolandse context’). Een beknopte versie van deze context (per thema) is te vinden in paragraaf 1 van
hoofdstukken 7 t/m 10. Vervolgens hebben we de KPI-K set vergeleken met deze context. De uitkomsten zijn besproken in de ontwikkelgroep, waarin boeren, ketenpartijen en overheden vertegenwoordigd zijn. Als eindresultaat zijn deelvragen en suggesties geformuleerd voor het vervolg van de pilot. Een overzicht van alle deelvragen staat in paragraaf 10.1 van dit rapport.
De deelvragen en suggesties kunnen worden opgedeeld in drie categorieën:

  1. Een aantal KPI’s in de KPI-K set lijkt passend te zijn voor Flevoland, maar
    roept wel vragen op over de correcte berekening en het vaststellen van
    streefwaardes.
  2. Een aantal KPI’s in de KPI-K set roept meer discussie op en vraagt om
    een aanvullende verkenning van de (on)mogelijkheden van hun
    gebruik.
  3. Specifiek voor de context van Flevoland is er behoefte om een aantal aanvullende KPI’s te ontwikkelen. Ook wil Flevoland graag een aanzet doen om invulling te geven aan een KPI voor het doel ‘sociaaleconomische positie van de boer’, omdat daar momenteel nog geen invulling voor is.

Vervolg
Daarnaast zijn een aantal opgaves in Flevoland niet goed inpasbaar in de KPI-K-systematiek (bijvoorbeeld bodemdaling en verzilting). De lijst met deelvragen is lang en laat zien dat nog een lange weg te gaan is, alvorens de KPI-K-systematiek goed passend is bij de Flevolandse context.
Onze aanbeveling is om samen met de ontwikkelgroep een prioritering aan te brengen in de deelvragen en deze gefaseerd onder te brengen in de pilot (of – waar mogelijk – in het landelijke traject). In de prioritering van de deelvragen moet het begrip onder agrariërs centraal staan; zij zijn immers de beoogde gebruiker van de systematiek. Voor het laten slagen van de KPI-K-systematiek is het bieden van inzicht en sturingsmogelijkheden voor ondernemers in hun bedrijfsvoering van cruciaal belang. Op die manier kan de systematiek doelsturing dichterbij brengen.

Rotend vlas in Flevoland (foto: Anna Zwijnenburg)
Rotend vlas in Flevoland (foto: Anna Zwijnenburg)
Download de bijbehorende rapportage
Download pdf