Beoordelingskader ontwikkeld voor groenblauwe-dooradering
21 November 2022

Om de ambitie minimaal 10% groenblauwe-dooradering (GBDA) in Nederland in 2050 daadwerkelijk te kunnen realiseren, is een beoordelingskader ontwikkeld op verzoek van LandschappenNL. Dit beoordelingskader complementeert het 'Aanvalsplan Landschap', dat is gelanceerd in september 2022, als onderdeel van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel.

Groslijst GBDA-initiatieven
Er is een groslijst gemaakt van 33 bestaande en nieuwe initiatieven, die in principe tot de GBDA gerekend kunnen worden. Vanwege de variatie aan gebiedspartijen die initiatieven voor de GBDA zullen aandragen, gaat het om een breed palet aan initiatieven. Eerst zoomen we in op mogelijke initiatieven vanuit de agrarische sector, voortbouwend op met name lijnvormige permanente vormen van agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb), die nu ook al plaatsvinden, en daar voegen we verschillende vormen van agroforestry aan toe.

Daarna worden initiatieven benoemd, van bijvoorbeeld (rijks)overheden en waterschappen, die genomen worden onder de noemer groengrijze of groenblauwe infranatuur, met tot slot overige initiatieven, als bijenlinten, tuinen en erven.

Voordelen: meer biodiversiteit en ontsnippering
De realisatie van de GBDA zal een stimulans zijn voor biodiversiteit, omdat deze zal bijdragen aan de verdere ontsnippering van ons land.

Illustratie groenblauwe dooradering
Illustratie groenblauwe-dooradering

Dit zal vooral goed uitpakken voor soorten die:

  • zich over de grond verplaatsen
  • gespecialiseerd zijn in hun voedselkeuze of specifieke eisen aan hun habitat stellen
  • gevoelig zijn voor verstoring
  • een grote oppervlaktebehoefte hebben en
  • bij hun verplaatsingen afhankelijk zijn van weersomstandigheden.

Specifieke effecten van initiatieven op deze soortgroepen zullen van gebied tot gebied verschillen en afhankelijk zijn van de voorwaarden die gesteld zullen worden aan inrichting en beheer.

Landschappelijke kwaliteit
Bij de toets landschap blijkt een aantal initiatieven in (vrijwel) elk, in Histland onderscheiden, landschapstype een positieve bijdrage te kunnen leveren. Andere initiatieven zijn alleen passend in een beperkt aantal landschapstypen. Van initiatieven die neutraal beoordeeld worden kan niet zonder meer gezegd worden of deze passen in het landschap of niet. Bij deze initiatieven komt het erop aan hoe deze in het landschap zullen worden ingepast.

Richtlijnen voor zelf toetsen met decentrale regievoering
Met het oog op de, naar verwachting, decentrale regievoering, is gekozen voor een beperkt aantal landelijke richtlijnen. Er wordt vervolgens een werkwijze voorgesteld voor decentrale overheden, om binnen deze landelijke richtlijnen, zelf, op integrale wijze, initiatieven te kunnen toetsen op biodiversiteit en landschap. Voor initiatiefnemers is tot slot een stappenplan gemaakt om te komen tot een Basiskwaliteit Natuur en een Basiskwaliteit Landschap, waarbij naast analyse van de bestaande en de gewenste situatie en de benodigde condities voor de beoogde basiskwaliteit ook de aansluiting bij initiatieven van andere gebiedspartijen, en dus samenwerking, essentiële stappen zijn.

Handelingsperspectief
Het beoordelingskader draagt bij aan de realisatie van de GBDA door handelingsperspectief te bieden aan decentrale overheden en initiatiefnemers in het landelijke gebied. Het biedt inzicht in welk type iniatieven in welke landschapstypen bij kunnen dragen aan de minimaal 10% groenblauwe dooradering in Nederland en wat belangrijke aandachtspunten zijn bij de landschappelijke inpassing en het voor te stimuleren soorten of soortgroepen benodigde beheer.

Voor de realisatie van de GBDA zijn meer onderzoeken uitgezet, onder meer over de benodigde financiering en de te verwachten ecosysteemdiensten.

Meer info

Groenblauwe dooradering, met lijnvormige permanente elementen