Het allereerste CLM-rapport ging over houtwallen. Het betrof een oriënterend onderzoek naar de economische gebruiksmogelijkheden van kleine houtopstanden op het boerenbedrijf.
- Home
-
CLM
-
Over onsMissiegedreven adviesbureau
-
AdviseursBieden houvast en handelingsperspectief
-
OrganisatieAandeelhouders en toezicht
-
Werken bijVacatures & Stages
-
-
Advies
-
OnderzoekenPraktijkgericht onderzoek
-
OntwikkelenIdeeën en oplossingen
-
MonitorenMeetbaarheid resultaten
-
OpdrachtgeversPositieve impact vergroten
-
Initiatieven & PartnersBruggen bouwen
-
-
Impact
-
ImpactdomeinenWerkvelden
-
Impactmonitor40 jaar impact
-
Nieuws & PublicatiesLaatste ontwikkelingen
-
CasesVoorbeelden uit de praktijk
-
-
Contact
-
AdviesVraag het ons!
-
SamenwerkenSamen = meer impact
-
PersWij informeren je graag!
-
- 📢 Podcast Red de Lente!
Doordat er geen beheervoorschriften in het pachtcontract mogen worden opgenomen, maakt de Pachtwet natuurvriendelijke contracten tussen natuurbescherming instanties en boeren onmogelijk.
CLM onderzocht in 1983 welke mogelijkheden er zijn voor boeren binnen deze Pachtwet, lees of download de rapportage.
Het samenwerkingsverband Waterland bestond uit de Werkgroep Jonge Boeren Waterland, de Milieufederatie Noord-Holland, CLM en enkele ‘ongebonden’ natuurbeschermers. Het verband registreert de weidevogelstand, waterpeilen en agrarisch grondgebruik in het veenweidegebied. Aan de hand daarvan zijn de ontwikkelingen in de periode van 1982 tot 1991, onderlinge verbanden en de afzonderlijke effecten op de weidevogelstand geschetst.
In 1995 heeft CLM de Natuurmeetlat voor agrarische bedrijven ontwikkeld. Dit instrument meet de aanwezige biodiversiteit op een relatief eenvoudige manier en waardeert het op basis van indicatorsoorten.
Veel mensen weten vandaag de dag niet meer hoe wilde gans smaakt. Echter, in de Hollandse keuken werd tot halverwege de 20e eeuw regelmatig wilde gans klaargemaakt.
Naast inspirerende recepten van een aantal chefkoks, komt ook het overheidsbeleid voor de wilde gans in Nederland aan bod.
In 2010 start de eerste verkenning van CLM naar de GAIA-meetlat voor het meten van biodiversiteit op agrarische bedrijven.
De meetlat kan uiteindelijk door voedselverwerkingsbedrijven, certificeringorganisaties en agrarische organisaties ingezet worden onder hun suppliers, klanten of leden (de boeren).
Sinds 2017 vullen elk jaar ruim 500 melkveehouders van DOC Kaas uit Nederland en Duitsland de meetlat in en krijgen via het duurzaamheidsprogramma een meerprijs.
In opdracht van de ministeries van EL&I en I&M heeft CLM drie typen akkerranden beschreven waarmee waterkwaliteit- en biodiversiteitsdoelstellingen gerealiseerd kunnen worden. Het gaat hier om een milieurand, FAB-rand (beiden minimaal 3m) en vogelrand (minimaal 9m).
Binnen de projecten van ‘Boer zoekt vleermuis’ zijn, in diverse provincies en met diverse collectieven, vleermuis-stimulerende maatregelen gerealiseerd. In een brochure staat meer informatie over de genomen maatregelen en de waargenomen vleermuissoorten.
CLM heeft in de afgelopen jaren veel faunabeheerplannen mogen opstellen. Zo stelde CLM voor de provincie Zuid-Holland een Faunabeheerplan ganzen 2015 – 2020 op. Samen met de vier regioplannen gaf dit regio-specifieke en praktische handvatten voor uitvoering van beheer en evaluatie.
Het project ‘Biodiversiteit en Bietenteelt’, dat een samenwerking is tussen Suiker Unie, IRS, Delphy en CLM, geeft een aantal handvatten die kunnen bijdragen aan een geïntegreerde gewasbescherming, zoals op een interactieve kaart staat beschreven.
CLM heeft voor de provincie Brabant ervaringen van 10 melkveehouders met kruidenrijk grasland beschreven. Het gebruik van kruiden in grasland heeft meerdere voordelen, voor koe, biodiversiteit en bodem. Zie brochure.
Steeds meer agrarische ondernemers willen werken met de natuur. CLM helpt hen daarbij. Welke NIL-maatregelen passen bij de boer en diens bedrijfsvoering? Welke kruiden en planten komen ervoor op de percelen en hoe kunnen we die behouden of uitbreiden?
Dergelijke vragen heeft CLM beantwoord voor een agrarisch bedrijf in Wageningen. Bekijk hier het bijbehorend filmpje.
De grutto populatie staat sterk onder druk. Factoren, zoals intensievere bedrijfsvoering op graslanden, zijn bekende belangrijke oorzaken. Het is de vraag of doorvergiftiging met pesticiden ook een rol speelt in de afname van het aantal broedparen. CLM Onderzoek en Advies en het Louis Bolk Instituut hebben daarom een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van pesticiden in de grutto. Veertien monsters zijn geanalyseerd, bestaande uit 11 niet-uitgekomen grutto eieren en 3 dode grutto’s. In alle monsters is DDT aangetoond. In één volwassen grutto is daarnaast ook DEET aangetroffen.
Agrariërs nemen steeds vaker biodiversiteitsbevorderende maatregelen. Wat leveren al deze inspanningen op? Om dit te meten heeft CLM een methode ontwikkelt om de werkelijke boven- en ondergrondse biodiversiteit te ‘meten’. Op basis van 150 regiospecifieke indicatorsoorten en een aantal teldagen is de biodiversiteit in kaart gebracht op akkerbouwbedrijven in de Veenkoloniën.
De methode is na enige aanpassing toepasbaar in alle landbouwgebieden in Nederland.