Metingen in mestkelders: methaanconcentraties kunnen hoog oplopen
08 March 2021

Methaanconcentraties in de mestkelder kunnen hoog oplopen. Aandacht hiervoor in het management van veehouders is van belang. Dat blijkt uit tussenresultaten van een project onder leiding van CLM Onderzoek en Advies, waarin op twee melkveebedrijven continumetingen werden uitgevoerd op verschillende plekken in de mestkelders.

Naar aanleiding van een methaanexplosie in een melkveestal in 2018 voert CLM Onderzoek en Advies samen met Monteny Milieuadvies en Biont Research methaanmetingen uit op twee melkveebedrijven. Op deze bedrijven wordt sinds mei 2020 24 uur per dag methaan en ammoniak gemeten in op verschillende plaatsen in de mestkelders. Eén van de bedrijven heeft een traditionele roostervloer, het andere bedrijf heeft een emissiearme vloer. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV in het kader van het programma 'Integraal aanpakken'. Doel is om meer te weten te komen over keldergassen, de concentraties en daarmee ook de risico's.

Methaan: vooral hoge concentraties tijdens mixen
Uit de tussenresultaten van metingen in de periode mei-september 2020 blijkt dat de verschillen in methaanconcentraties tussen de bedrijven groot zijn. Zo lag de gemiddelde dagconcentratie in de kelder op het bedrijf met een traditionele roostervloer op 38 ppm, op het bedrijf met de emissiearme vloer was het daggemiddelde 1652 ppm. De maxima lagen minder ver uit elkaar en traden vooral op tijdens het mestmixen. Tijdens mestmixen lagen de waarden rond de 15.000 ppm in de kelder met de traditionele roostervloer en 24.000 ppm in de kelder met een emissiearme vloer. De ondergrens voor een explosief methaanmengsel, de zogenaamde Lower Explosion Level (LEL), bedraagt 44.000 ppm. Waarden rond de LEL zijn tijdens het onderzoek niet gemeten. Wel zijn er grote pieken gemeten tijdens het mestmixen, waarbij de concentraties binnen 30 minuten kunnen oplopen van minder dan 1.000 ppm tot boven 20.000 ppm, om vervolgens even snel weer te dalen. Gezien de grote verschillen in concentraties tussen meetpunten en het snelle oplopen van de concentraties tijdens het mixen, is het denkbaar dat er stallen zijn met plekken waar de concentraties op sommige momenten kortdurend kunnen oplopen tot het niveau waarop er risico op explosiegevaar bestaat. In de stal zelf lagen deze concentraties gemiddeld op 15-46 ppm en buiten hooguit op enkele ppms.

Ammoniak: cijfers minder opvallend
Naast methaan werden ook de ammoniakconcentraties gemeten in de kelders. Hier bedroegen de gemiddelde waardes respectievelijk 15 en 17 ppm. Uitschieters lagen lagen op ongeveer 200 en 300 ppm. In de stal zelf lagen deze concentraties gemiddeld op 1-2 ppm en buiten hooguit op enkele tienden ppm.

Geen vergelijking tussen vloertypen
De uitkomsten zijn een tussenresultaat en kunnen niet worden gezien als representatief voor de verschillende vloertypen in de stal. Het vergelijken van twee individuele bedrijven is daarvoor niet geschikt, mede door de andere grote verschillen tussen de bedrijven (zoals rantsoen, melkgift, maar ook bijvoorbeeld schuimvorming waarin methaan zich ophoopt). De opzet van het onderzoek was daar ook niet op gericht. Wel geven de cijfers een indicatie van concentraties die in kelders kunnen optreden. De onderzoekers adviseren om hiervoor een uitgebreider onderzoek op te zetten op meer bedrijven.

Risico’s verkleinen
Door de juiste maatregelen te treffen in het management op het bedrijf lijkt het mogelijk de grootste risico’s aanzienlijk te reduceren. Het opstellen van een concreet stappenplan dat veehouders handvatten biedt om zowel schuimvorming op de mest, als het ontstaan van hoge methaanconcentraties te voorkomen is daarvoor van belang. Een eerste lijst van maatregelen is daarvoor in het rapport al opgenomen.


- BIJLAGE -

Handvattenlijst
Enkele handvatten om risico’s op en met hoge methaanconcentraties in de kelder te verkleinen in volgorde van direct toepasbaar tot lange termijn toepasbaar.

Maatregelen die risico’s op stalexplosies kunnen beperken:

  • Zorg ervoor dat er geen ontstekingsbronnen zijn tijdens het mixen van de mest en op andere risicovolle momenten. Schakel de mestrobot of mestschuif en andere apparatuur waarbij mogelijk vonken ontstaan tijdelijk uit en rook niet.
  • Mestschuim bestaat voor 60-80% uit methaan. Bij het mixen gaan de bellen in het schuim deels kapot, waardoor schuimvorming vrijwel altijd leidt tot hoge methaanconcentraties tijdens het mixen. Wees in die situaties dus extra voorzichtig.
  • Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het mixen; mix bij voorkeur op een winderige dag en open alle ventilatieopeningen in de stal.
  • Mix vaker, zodat methaan minder kans krijgt om zich op te hopen in de mest. Denk evt. aan frequent mixen met luchtbellen.
  • Zorg voor het juiste voer en optimale benutting voor het vee. Hoge, makkelijk afbreekbare C-gehaltes in de mest kunnen het vergistingsproces versterken en daarmee leiden tot hogere methaanconcentraties.
  • Blijf tijdens het mixen nooit bij de mixput staan of in de cabine van de trekker zitten. Naast methaan komt ook het giftige gas waterstofsulfide (H₂S) vrij. Dit gas is in veel lagere concentraties al zeer gevaarlijk en eist jaarlijks dodelijke slachtoffers op boerderijen.

Lees het rapport