Terug
Vooruitblik
We zijn er nog niet
Duurzame landbouw blijft onze aandacht vragen. Werken in en met de natuur krijgt steeds meer aandacht. Faunaschade, zoals ganzenschade vraagt steeds meer van de maatschappij. Invasieve soorten zijn bezig aan een sterke opkomst. En wat leveren al die biodiversiteit bevorderende maatregelen in de landbouw nu daadwerkelijk op aan soorten in het buitengebied? Daarom blijft team Agrobiodiversiteit van CLM de komende jaren hard werken aan deze onderwerpen.

Doel

Meer biodiversiteit in het agrarisch gebied in samenwerking met de agrarische ondernemer. Biodiversiteit is een maatschappelijke uitdaging, dat ligt niet alleen op het bordje van de ondernemer. Alle partijen spelen hierbij een ro

Ontwikkelingen

We willen het doel bereiken door te werken aan de volgende ontwikkelingen, namelijk:

  1. Functionele agrobiodiversiteit;
  2. Landschapselementen en; 
  3. Extensivering boerenbedrijf, inclusief boer als natuurbeheerder;
  4. Soortenmonitoring;
  5. Schade door probleemsoorten.

1. Functionele agrobiodiversiteit

Hieronder verstaan we de boven- en ondergrondse biodiversiteit die een directe functie heeft voor de boer op zijn product of productiewijze. Denk aan bodemleven, natuurlijke vijanden, graskruiden, etc. De focus ligt hierbij dus op de organismen. Het inzetten van functionele soorten verminderd de kunstmest en 

2. Landschapselementen

Hieronder verstaan we natte, kruidige en houtige landschapselementen. Denk aan kruidenrijke dijken, ecologisch beheerde sloten en slootkanten of inheemse beplanting met bloemen en bessen. De focus ligt hierbij dus op het habitat. 

3. Extensivering boerenbedrijf (incl. boer als natuurbeheerder)

Extensivering staat volop in de actualiteit, ook door de te verwachten stikstofgelden deze zomer. Er wordt gesproken over het indelen van gebieden in drie zones: intensieve landbouwgronden, natuurgebieden en extensievere landbouw (NIL) op ‘landschapsgrond’. Als gevolg hiervan zal de boer steeds vaker gevraagd worden om een rol te spelen als natuurbeheerder. Hij kan gronden pachten en hier diensten op uitvoeren of zijn vee inscharen. Dit levert de ondernemer extra inkomsten op, maar er zitten ook bepaalde randvoorwaarden aan. 

4. Soortenmonitoring

Dit gaat over het daadwerkelijk meten van de aanwezige biodiversiteit op een landbouwbedrijf. Zo kan men zien of de inspanning van de boer leidt tot meer biodiversiteit. Daarnaast zijn er methodes om de bedrijfsvoering van de boer te meten (GAIA meetlat, KPI’s). 

5. Schade door probleemsoorten

Hieronder valt:

 Gewasschade door diersoorten als ganzen, mezen, etc. Het gaat om testen van (vogel)werende maatregelen, advies over beleid (nieuwe vergoedingensystematiek) en het opstellen van beheerplannen.

Schade door invasieve exoten, zowel plant als dier. Welke bestrijdingsmethoden zijn hiervoor?

Projecten

  • Functionele agrobiodiversiteit;
  • Landschapselementen en; 
  • Extensivering boerenbedrijf, inclusief boer als natuurbeheerder;
  • Soortenmonitoring;
  • Schade door probleemsoorten.


Doe mee

Heb je interessante ideeën of initiatieven die bijdragen aan het realiseren van de doelen op dit impactdomein? Laat het ons weten via het contactformulier.

Terug